Het Nederlandse gebouwde erfgoed in de Oost


lezinggillOp donderdag 22 november 2012 organiseerde de Vrienden van het Archief, in samenwerking met de Faculteit der Technische Wetenschappen van de Universiteit, een lezing door de heer Dr. Ir. Ronald Gill met als titel: “Het Nederlandse gebouwde erfgoed in de Oost, een vergelijking met de West”.

Ronald Gill is architect. Hij werd geboren in Indonesië en was van 1980 tot 1984 docent aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen waar hij nauw betrokken was bij de oprichting van de afdeling Bouwkunde en Civiele Techniek. Hij promoveerde op een onderzoek van de architectuur en stedenbouw in Indonesië.

De heer Gill was waarnemend directeur van de Stichting Monumentenzorg Curaçao en lid van de Monumentenraad Curaçao. Tevens is hij de auteur van het bijzonder mooie boek “Een Eeuw Architectuur op Curaçao.
De spreker was tevens coördinator van het Urban Heritage Afstudeeratelier aan de TU-Delft. Naast onderwijs en onderzoek, en de uitvoering van stedelijk erfgoedprojecten in Indonesië, begeleidde hij studenten bij afstudeerprojecten op het gebied van het Nederlandse gebouwde erfgoed overzee in samenwerking met lokale universiteiten in Indonesië, Suriname en Curaçao.

Na een welkomstwoord van ons bestuurslid mw. Helma Maduro, werd de spreker geïntroduceerd door de heer Ir. Michael Newton.

Aanleiding voor de lezing was de viering van 15 jaar Werelderfgoed van Historisch Willemstad in december 2012. In zijn presentatie ging de heer Gill ook in op de rol van professor Coen Temminck Groll, die hiervoor feitelijk de basis heeft gelegd. Hij maakte de eerste systematische inventarisatie van de monumenten op Curaçao die leidde tot een monumentenregister. De lezing was dan ook een eerbetoon aan Coen Temminck Groll.
De heer Gill liet een foto van een gedreven Temminck Groll in actie zien, onder meer, tijdens een openluchtcollege in Paramaribo dat in 2002 de werelderfgoedstatus verwierf.

Tijdens de lezing ging de heer Gill, aan de hand van kaarten en foto’s, in op de verschillen en overeenkomsten in de architectuur en stedenbouw van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC). Daarbij besteedde hij in het bijzonder aandacht aan de forten, de stedenbouwkundige structuur, de gouvernementshuizen en de landhuizen.

Na afloop werd er, zoals gebruikelijk op de patio onder het genot van een drankje, nog lang nagepraat over deze bijzondere lezing.

(aangepast op 16 maart 2013)