Het verdwenen monument

Door Helma Maduro-Molhuijsen

Dit artikel verscheen eerder in gedrukte vorm in De Archiefvriend van september 2011

 

Onlangs werd een uitspraak gedaan dat ‘indien men een standbeeld uit het zicht haalt, het wel in de vergetelheid zal geraken’. Maar men was blijkbaar vergeten dat beelden vaak op foto’s staan, er artikelen over geschreven zijn en deel uitmaken van de geschiedenis en het simpel weghalen van een beeld de geschiedenis niet verandert.

Een monument dat wel enigszins vergeten is, is het monument dat op het Hendrikplein – naast de bloemenkiosk – heeft gestaan. Waarschijnlijk doordat hier niet zoveel foto’s van bekend zijn. Maar het werd wel door Johan Hartog in zijn boekje ‘Stenen Portretten’ opgenomen en ook in de talloze artikelen over de maker van het monument wordt het genoemd.

Het betreft het gedenkteken dat in 1934 door de C.P.I.M. en de Curaçaosche Scheepvaart Maatschappij N.V. werd aangeboden aan de bevolking van Curaçao ter herdenking van de 300-jarige band met Nederland. De maker van dit monument was Gerrit Jan van der Veen, geboren in 1902 te Amsterdam. Na zijn HBS-opleiding volgde hij een opleiding tot werktuigbouwkundige en in 1925 arriveerde hij op Curaçao, waar hij ging werken voor de C.P.I.M.

Zijn verblijf op Curaçao zou van korte duur zijn. Wat was het geval? In de haven stond een Engelse tanker in brand en Van der Veen wist, samen met een collega, deze brand te blussen en zodoende uitbreiding van de brand te voorkomen. Door zijn werkgever werd als dank een geldbedrag aan hem overhandigd. Van der Veen was in Nederland al eerder als amateurbeeldhouwer opgetreden en gebruikte het geldbedrag om zich in te schrijven bij de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. In 1928 keerde hij terug naar Nederland om met zijn opleiding te beginnen. In 1930 ontving hij de zilveren medaille van de prijsvraag voor de Prix de Rome en in 1934 kreeg hij de opdracht voor het gedenkteken op Curaçao.

Het monument zou geplaatst worden op het Hendrikplein naast de bloemenkiosk, met het front naar Pietermaai. Het gedenkteken in de vorm van een zuil, met bovenin de klok en vier wijzerplaten, was opgetrokken uit beton en was ca. 5 meter hoog en 1,20 meter breed. Aan de achterzijde was een uitbouw van ca. 1 meter. Aan alle vier zijden was de zuil versierd met bronzen reliëfs met voorstellingen die met de herdenking ‘“300 jaar Nederland – Curaçao” te maken hadden.
Aan de voorzijde van de kolom was een emaille plaat aangebracht met het Nederlandse wapen en het jaartal 1934. Aan de achterzijde van de zuil de opdracht, luidende: Het Gouvernement van Curaçao, aangeboden door de Cur. Petr.-Industrie-Maatschappij en de Cur. Scheepvaart-Mij. Op de uitbouw viel een tafereel te bewonderen van de bezetting in 1634 onder aanvoering van commandant van Walbeeck en het logo van de W.I.C.

Toen in juli 1934 op Curaçao de feestelijkheden in verband met deze herdenking plaatsvonden, was het monument nog niet gearriveerd; pas op 11 september 1934 werd het door de toenmalige directeur van de C.P.I.M., de heer Van Nijmegen Schonegevel, officieel overgedragen aan gouverneur Van Slobbe.
Gerrit van der Veen heeft na deze eerste grote opdracht nog verscheidene kunstwerken in Nederland gemaakt, waaronder een portret van prinses Juliana (1935), een monument van Koningin Emma voor de gemeente Baarn (1937) en het monument voor de feministe Wilhelmina Drucker (1939 – Amsterdam).Begin 1940 werd zijn laatste werk geplaatst: een beeldengroep nabij het Centraal Station in Utrecht.

Door het uitbreken van de oorlog werd zijn artistieke loopbaan afgebroken en in 1944 kwam er een zeer triest einde aan zijn leven. Aan het begin van de oorlog kwam er een verordening van de bezetter dat Nederlandse kunstenaars lid moesten worden van de Kultuurkamer. Van der Veen was een van de vele kunstenaars die hiertegen heeft geprotesteerd. Hierdoor kwam Van der Veen in het verzet terecht. In 1942 begon hij met het vervalsen van persoonsbewijzen en andere documenten. Door deze vervalste documenten hebben vele joden en verzetslieden hun arrestatie weten te ontlopen.

2020 vd Veen

In 1943 was hij betrokken bij een gewapende overval op het Amsterdamse Bevolkingsregister, waarvoor later veel van zijn kameraden werden opgepakt. In 1944 overviel hij met enkele anderen het Huis van Bewaring om zijn vrienden te bevrijden. De overval mislukte en Van der Veen werd zwaar gewond, maar wist te ontkomen. Enige weken later werd hij alsnog gearresteerd en op 10 juni 1944 werd hij in de duinen bij Overveen gefusilleerd.

In Nederland werd in 1945 een straat naar hem vernoemd, in 1953 werd hem postuum de Medal of Freedom door de Verenigde Staten toegekend en in 1973 werd in Amsterdam een monument onthuld als eerbetoon aan hem en het kunstenaarsverzet. In 2003 heeft hij postuum de Yad Vashem onderscheiding van Israël ontvangen voor zijn verdiensten als niet-jood voor zijn joodse medeburgers. Deze plechtigheid vond plaats op de naar hem vernoemde school, het “Gerrit van der Veen College”.
Na de oorlog werd in opdracht van het Gouvernement van Curaçao op het door Gerrit van der Veen gemaakte monument een plaquette aangebracht ter zijner nagedachtenis.

Maar wat is er met het monument gebeurd? Waarom werd het weggehaald? Vond ‘men’ het monument niet mooi? Bij de plaatsing in 1934 schreef de Amigoe “Over de architectonische verdiensten van het monument zullen we ons nog niet uitlaten. Het modern bouwsel staat wat onwennig tussen onze oude gevels aan het Wilhelminaplein. Onze ogen zullen er aan moeten gewennen”. Zoals de meeste openbare uurwerken werkte door gebrek aan onderhoud ook deze klok niet meer en waren de wijzerplaten afgetimmerd.

Een van de versies is dat het is afgebroken en bij de Dienst Openbare Werken werd opgeslagen. Maar in het boek ‘Klein Venetië’ met een briefwisseling tussen dr. Engels en de heer van der Walle, schrijft dr. Engels op 18 juni 1972: “Een paar maanden geleden is de zuil naast de vroegere bloemenkiosk met een bulldozer in zee verdwenen. Daarmee ook het metalen kunstwerk dat Gerrit van der Veen ons eiland schonk”.

Wij hebben het niet kunnen achterhalen; mocht iemand meer informatie hebben, gelieve contact op te nemen met de redactie.

Literatuur:

Stenen Portretten, Amigoe di Curaçao, Klein Venetië.
Gegevens over het leven van Van der Veen zijn ontleend aan:
- Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979).
- Albert Helman, Een doodgewone held. De levensgeschiedenis van Gerrit Jan van der Veen 1902-1944.

 

Vervolg (december 2011)

Door H. Maduro - Molhuijsen

Op onze oproep in bovenstaand artikel van september jl. voor meer informatie over de verdwijning van de herdenkingszuil hebben wij van de heer Maup Lanjouw een reactie ontvangen. Hiermee konden wij aan de slag en ja: er zijn twee reliëfs van het monument teruggevonden met voorstellingen van het leven op Curaçao. Deze reliëfs werden ooit bij AAINA opgeslagen en liggen nu bij NAAM, maar onder de naam van de ontwerper: Gerrit van der Veen. Momenteel zijn we bezig om te kijken of we nog meer onderdelen van het Monument kunnen traceren.

 2020 relief

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nogmaals het Verdwenen Monument (april 2020)

Door Helma Maduro – Molhuijsen

 Bij de expositie van “100 Jaar Isla” in 2015 werd mij gevraagd om een samenvatting van het artikel ‘Het Verdwenen Monument’ te schrijven en dit werd gepresenteerd samen met de twee teruggevonden reliëfs en een prachtige foto van het monument uit 1959 van de heer Niks:

Klaas Niks bij het Monument in 1959

Deze combinatie van de reliëfs, de foto en het verhaal, hangt nu bij het Landhuis Blauw als onderdeel van de Beeldenroute. Aangezien ik naar aanleiding hiervan vragen kreeg of er inmiddels meer informatie was kan ik het volgende toevoegen:

 De bronzen reliëfs aan de zijkanten van de zuil hadden voorstellingen van het leven op Curaçao (zie de aanvulling hier boven van december 2011).

 Aan de achterzijde was een uitbouw met een lengte van plusminus een meter. Aan beide zijden was een reliëf met taferelen van de bezetting van Curaçao door de Nederlanders in 1634, onder aanvoering van Johan van Walbeeck:

        

 

 

Op de smalle stukken werd het opgevuld met o.a. een reliëf met de afbeelding van Brion (hieronder):

 Aan de achterzijde van de uitbouw was een plaat van gekleurd emaille met het wapen van de W.I.C. met daarboven het jaar 1634 en aan de voorzijde van de kolom eveneens een emaille plaat met het Nederlandse wapen waarboven het jaar 1934:

 Aan de achterzijde van de zuil was de volgende tekst aangebracht: Het Gouvernement van Curaçao, aangeboden door de Curaçaose Petroleum Industrie Maatschappij en de Curaçaose Scheepvaartmaatschappij.

 

Foto’s: Particulier Archief