Ir. Cornelis Marinus (Kees) Bakker, architect (1903 Hilversum – 1989 Toronto)
door Christel Monsanto
Dit artikel verscheen eerder in druk in De Archiefvriend van december 2022
portret Kees Bakker, foto J. Bakker
Architect op twee continenten
Kees Bakker werd geboren op 20 maart 1903 in Hilversum. Na zijn studie bouwkunde in Delft werkte hij zo'n tien jaar samen met zijn vader Barend Hendrik Bakker, die ook architect was en bovendien jarenlang fungeerde als wethouder in Hilversum. Uit de vroege periode na zijn afstuderen zijn voorbeelden van zijn ontwerpen op websites en in een boek te zien. Ook ontstond toen de familieband met de civiel ingenieur Jan Groote (1891 – 1977), die eerst in Hilversum had gewerkt en in het jaar 1939 op Curaçao benoemd was als chef van Openbare Werken. De vrouw van Groote, Elisabeth van Ammers (1904 – 1984) en de vrouw van Bakker, Anna Maria van Ammers (1906 -1994) waren namelijk zussen.
Door tussenkomst van Groote en met de dreiging van de oorlog in de rug, zette het gezin Bakker in 1940 via Lissabon voet aan wal op Curaçao. Bakker werkte maar twaalf jaar op het eiland en was de eerste bouwkundige afgestudeerd aan een TH. In het algemeen kan men zeggen dat hij in dit korte tijdsbestek een belangrijke bijdrage aan de lokale architectuur geleverd heeft. Net zoals in mijn vorige artikelen over de architecten die rond de Tweede Wereldoorlog op Curaçao werkzaam waren, zal ik gebouwen van hem, die mij persoonlijk aanspreken of waarvan ik denk dat ze voor Curaçao van waarde zijn, nader belichten en zijn overige ontwerpen in chronologische volgorde opvoeren, zoals die in de Amigoe en in het boek van ir. Ronald Gill genoemd worden.
In het leven van deze architect leek alles van een leien dakje te gaan. Direct na zijn afstuderen ontwierp hij voornamelijk in het Gooi en in Hilversum veel gebouwen, waarvan nu nog een aantal mooie voorbeelden te zien zijn. Hij trad in 1930 in Hilversum in het huwelijk met de in Loenen geboren Anna Maria van Ammers. Het echtpaar kreeg vier kinderen, twee in Hilversum en later nog twee op Curaçao. De jongste zoon werd architect net als zijn vader en had vrij snel succes met een revolutionair idee samen met zijn partner toen ze het verpauperde Granville Island in Vancouver nieuw leven inbliezen.
Nadat Kees Bakker eerst in dienst trad bij de overheid en daarna voor de C.P.I.M. werkte, richtte hij uiteindelijk zijn eigen architectenbureau op, dat toen in de Sterstraat in Punda gevestigd was. In 1952 verliet het gezin Curaçao en vestigde zich in Toronto. In 1958 nam hij net zoals meer dan 500 andere architecten uit de hele wereld deel aan de prijsvraag voor het stadhuis van Toronto. Rond 1961 verhuisde het gezin Bakker met de twee jongste kinderen weer terug naar Nederland. Kees Bakker was daar tot 1970 werkzaam, eerst als partner en later als adviseur, in de Rotterdamse vestiging van het architectenbureau Postma. Daarna voegden hij en zijn vrouw zich weer bij hun kinderen die intussen allen in Canada woonden. Kees Bakker overleed op 11 november 1989 in Toronto en zijn vrouw op 14 mei 1994. Ze zijn daar ook begraven.
Julianadorp
In de periode dat Bakker voor de oliemaatschappij (C.P.I.M.) werkte, ontwierp hij rond 1945 Julianadorp. Dat hield in dat de oude hoogbouwhuizen, die uit 1929 stammen, in het stedenbouwkundige concept opgenomen moesten worden. Zijn ruim opgezette leefomgeving met diverse types woonhuizen is vaak geprezen. Intussen waren auto’s voor de employees van de Shell al vanzelfsprekend, zodat carports een vast onderdeel van de verschillende woonhuistypes werden. In tegenstelling tot de ontwerpen van de eerdere wijken voor de voornamelijk Europese employees, zoals Emmastad en Negropont, werd niet meer van het idee uitgegaan dat scholen, de kerk, sportfaciliteiten, artsen en een supermarkt op loopafstand van de woonhuizen moesten liggen. Het is opvallend dat onder andere de stalen raamkozijnen in veel van de woningen in Julianadorp tot vandaag de dag nog aanwezig zijn en nog in goede toestand verkeren, zodat hier wel van een goede kwaliteit sprake moet zijn geweest. Hoewel er voor Julianadorp verschillende types huizen werden ontworpen was de ligging van de slaapkamers altijd richting noordoosten - de windkant – gepositioneerd. Keukens en kamers voor de huishoudelijke hulp bevonden zich op een afstand van de leefruimtes van het gezin.
Kritiek was er natuurlijk op de elitaire houding en de sociale klassenverschillen die toen niet alleen in de maatschappij en de werkomgeving aanwezig waren, maar ook in de woonwijken en huizen duidelijk tot uitdrukking kwamen. Het voelt voor onze generatie vreemd aan dat de gehele wijk omheind en afgesloten was. Maar intussen is ook op Curaçao het fenomeen van de “gated communities” volledig bekend en wordt het vaak toegepast voor woonenclaves, waar niet iedereen zomaar naar binnen mag.
Foto: villa met plat dak in Julianadorp (foto auteur 2021)
De paar woningen die nu echt opvallen door hun platte daken en die door Bakker speciaal voor Julianadorp ontworpen werden, bleken uiteindelijk gevoelig voor wateroverlast in de regentijd. Toch is maar bij één van deze huizen, namelijk dat in de Oleanderweg, het platte dak vervangen en blijven de eigenaren van de vijf andere huizen genieten van de exclusiviteit onder het platte dak in hun stijlvolle ontwerp van Kees Bakker.
Professor Carlos Weeber, bekend om zijn boude uitspraken, kan iets te ver zijn doorgeschoten toen hij van Bakker beweerde dat Julianadorp “in dronkenschap bedacht” was. Reden voor de architect Ir. Ronald Gill voor een ingezonden repliek. Hij was namelijk van mening, dat hedendaagse architecten nog wel iets van Bakker zouden kunnen leren wat betreft het integreren van het bestaande landschapspatroon en de gegeven klimatologische omstandigheden bij het verkavelen van een stuk grond.
Hotel op het Rif
In zijn Nieuwjaarstoespraak in 1948 sprak de toenmalige voorzitter van de Kamer van Koophandel, W.F.G. (Jombi) Mensing, ook over de bouw van een nieuw hotel. Al eerder, in de Amigoe van 18 januari 1946, was er sprake van een commissie voor de oprichting van de N.V. Maatschappij ter exploitatie van hotelbedrijven. In 1947 waren er al vorderingen gemaakt om het hotel daadwerkelijk te bouwen. De N.V. was opgericht en hoewel de eerste keuze op Piscadera was gevallen, was in de rede van Mensing in 1948 sprake van een door de gouverneur gegund erfpachtterrein op het Rif en waren er al afspraken gemaakt met het Amerikaanse bouwbedrijf George Driscoll. Als adviseurs waren aangetrokken de chef van OW ir. Groote en ir. C.M. Bakker die ook het oorspronkelijke schetsontwerp had gemaakt en al voor gesprekken met Driscoll naar New York vertrokken was. Zo zien we dat er ook nu niets nieuws onder de zon is want in de planning zaten toen ook al kanotochten tussen de mangroven rondom het hotel. Men had niet alleen aan toeristen gedacht, want het hotel zou een clubgevoel moeten uitstralen met een bar, een feestzaal en dansterrassen waar de lokale bevolking eveneens welkom zou zijn. Ook had men aan een “barbershop” in de lobby gedacht. Er was sprake van één vleugel met zeven verdiepingen en een ander lagergelegen administratief gedeelte. Airco was nog heel bijzonder want deze luxe apparaten waren maar voor twee kamers per verdieping in de planning opgenomen. De bouwkosten waren op twee miljoen gulden geraamd. Het hotel werd af en toe Hotel Stuyvesant genoemd. Als directeur van de Hotel N.V. had men een vakman uit Nederland aangetrokken: F.A.M. Roozen was in Amsterdam directeur van het Victoria Hotel. Dezelfde Roozen was al in een eerdere fase al door de KLM naar voren geschoven als hoteldeskundige.
De organisatie van dit hotelproject leidde onvermijdelijk tot problemen. Men moet zich voor de geest halen hoe de praktische samenwerking tijdens de constructie verliep in een tijdperk zonder onze moderne communicatiemiddelen en koeriersdiensten, waarbij de hoteldeskundige in Nederland verbleef, het bouwbedrijf in New York zat met een dependance in Venezuela en de adviseur, architect en een handvol zakenlieden rondom Jombi Mensing op Curaçao hun werkzaamheden verrichtten.
Al na korte tijd gaven de tamtams op Curaçao Bakker aanleiding om een brief aan Mensing te schrijven. Daarna werd er niets meer over de hotelbouw vernomen tot de Amigoe in 1952 in diverse artikelen uit de doeken deed hoe het project faliekant mislukt was. Daarbij was de kritiek niet mis en wees men met de vinger naar degenen die naar mening van de krant verantwoordelijk waren voor het debacle. Het zou kunnen dat de beschuldigingen in de krant er mede aanleiding voor waren dat Bakker en zijn gezin Curaçao in 1952 de rug toekeerden.
foto: ingang Benny Leito zwembad Rif (foto auteur)
Lijst van uitgevoerde ontwerpen (niet volledig) tussen 1940 en 1952
1942 aanbesteding Sportpark Rifstadion. In de familie van de aannemer, die voor de bouw verantwoordelijk was, doet een aardige anekdote de ronde. Omdat toen de bouwtechnische hulpmiddelen nog op een laag peil stonden, moest de ovale omtrek van het stadion met de hand uitgezet worden. De metselaars hadden de opdracht om eerst de twee parallel lopende zijmuren op te trekken. De toen net uit Nederland gearriveerde Theo, zoon van aannemer A.W.A. Lendering stond in het midden van de bouwplaats op een ladder die voor de nodige hoogte ook nog op een stellage geplaatst was, om vanuit die positie de metselaars en pionnen toe te schreeuwen zodat zij zijn aanwijzingen zouden volgen om de juiste bochten te metselen zodat de symmetrie van het ovaal gewaarborgd was.
1943 openbare leeszaal (nu NAAM)
1944 Bonifaciusschool Groot Kwartier, oorspronkelijk een jongensschool
1945 Coca Cola fabriek Salinja, later NCR t/o Promenade
1947 stationsgebouw Hato, eerste schop 1945 in de grond en een benzinepomp op Hato
1947 verbouwing Fortkerk, vooral houtwerk en orgelgalerij, o.a. betonnen vloer begroot op fl 65.000 maar dit liep op tot fl 125.000 door verborgen gebreken
1947 Curacao Trading Company winkelgebouw Otrobanda, later van Dorp Eddine, nu ADC laboratorium
01-9-47 Maria College, Gouv. Van Lansbergweg, voor de kopklassen van het Martinus gesticht
20-3-1948 opening St. Josef kleuterschool naast Santa Famia, Otrobanda
24-6-1948 begin gemaakt Hotel op het Rif, Bakker en Groote, adviseurs
16-9-1949 nieuw zwembad op het Rif, geschonken door C.P.I.M., nu zwembad Benny Leito.
8-3-1950 inwijding nieuwe St. Thomas College, nu leegstaande ruïne, LB Smithplein.
1950 Alex, Plaza Jojo Correa, Punda
1951 nieuwe kapel St. Martinusgesticht met het “odeon torentje”
1951 winkelpand voor La Bonanza, Otrobanda
1952 uitbreiding en mortuarium bij het St. Elisabeth ziekenhuis, afgebroken voor de bouw van het CMC, Otrobanda
Foto:Theaterstraat, gebouw Curaçaosche Courant (foto auteur)