panorama

Excursie naar Nieuwpoort

 

Op een zaterdagmiddag eind november 2023 gingen de Vrienden van het Nationaal Archief op excursie naar Nieuwpoort. Een eerder bezoek aan deze locatie vond in 1997 plaats.

Na de auto’s bij de ingang van Porta Blancu te hebben achtergelaten, ging het verder met de bus. Onderweg was er uitleg door de gids de heer Emlyn Pietersz over de Tafelberg, het gebied daar omheen en over de mijnactiviteiten. Van de berg wordt de binnenkant uitgegraven en laat men de randen staan, zodat het geheel er uitziet als een holle kies.
Oorspronkelijk werd het gesteente voor fosfaat ontgonnen, maar nadat de opbrengst daarvan te gering werd, ging men over om de kalksteen te ontginnen.

De bus reed een stuk de berg op en vandaar konden we van het uitzicht over het Spaanse Water en een groot gedeelte van Banda Ariba genieten.

Daarna ging het naar beneden om een kleine begraafplaats uit 1879 te zoeken. Die bleek echter zodanig door de natuur overwoekerd, dat hij niet bereikt kon worden. Enkel het smalle en eveneens overwoekerde toegangspad werd met behulp van GPS gevonden, maar daar zal eerst flink gesnoeid moeten worden om alsnog bij de begraafplaats te kunnen komen.
Van deze begraafplaats is een uitgebreide beschrijving door onze Vriend John Dohmen te vinden op https://curacaopictures.com/nl/archeologische-verkenningen/mijnen/596-nieuwpoort-het-kerkhofje

Verder met de bus naar een van de vele oude gebouwen, in dit geval een voormalige smederij en stationsgebouw dat ook als kerk dienst heeft gedaan. Vanaf hier werd de microfoon overgenomen door Michael Newton. Hij vertelde over de architectuur, de persoon van John Godden en werd daarbij geholpen en aangevuld door onze Vriend Billy Hoogenbergen, die als kind op Nieuwpoort heeft gewoond.
De laatste stop was beneden bij het dorpje en nadat iedereen van een flesje koel water en pandushi was voorzien, werd dit gedeelte verkend. Ook hier was weer de typische Zuid-Engelse bouwstijl.

Deze excursie was volgeboekt en helaas konden niet alle belangstellenden mee. Mogelijk zal er in de nabije toekomst wederom een excursie naar Nieuwpoort worden georganiseerd.

 


 

 Een muzikale wandeling met Harry Moen

2022 Moen

foto door mevrouw Statius

Op 19 november j.l. verzorgde Harry Moen een muzikale wandeling door Otrobanda.
Helaas konden er maar twintig Vrienden mee, daarom zullen we proberen om deze activiteit in het nieuwe jaar te herhalen. De deelnemers waren dol enthousiast over de leuke anekdotes uit het verleden over dit stadsdeel en zijn bewoners. Harry Moen wist op bijna iedere straathoek daarover iets te vertellen en daarbij passende muzikale herinneringen op zijn kuarta te spelen.


Excursie naar Blue Bay

Big Mama, een beeld van Hortence Brouwn

Op 8 december 2021 was er voor de Vrienden een busexcursie naar het terrein van Blue Bay. Na aankomst en begroeting werd het gezelschap in twee groepen verdeeld.
De ene groep werd door de bus afgezet bij het Battle Station Blaauw uit de Tweede Wereldoorlog waar Allan van der Ree een boeiende uitleg gaf. De andere groep Vrienden genoot onder leiding van Christel Monsanto van een rondleiding over het resort om alle daar opgestelde beelden te bezichtigen.
Daarna kwam de de bus met de tweede groep naar Battle Station Blaauw, waar de Vrienden uit de eerste groep werden opgepikt om de beelden te gaan bekijken en kreeg de tweede groep een rondleiding van Allan van der Ree.

Na de isolatie in verband met corona was dit weer een geslaagde activiteit van de Vrienden. 


 

Op het terras

op-het-terras

Op 26 augustus 2020 was het eindelijk zover. Na vijf jaar keihard werken heeft het gezamenlijke project ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van het Nationaal Archief en het 25-jarig bestaan van de Vrienden van het Nationaal Archief eindelijk het licht gezien. Het boek “Op het terras” verscheen als uitgave 25 van Lantèrnu en kon in verband met de Corona restricties maar aan een kleine groep genodigden gepresenteerd worden.

Het resultaat mag er zijn: onder redactie van onze voorzitter Erwin Gibbes, medeoprichtster van de Vrienden en drijvende kracht achter het project Helma Maduro-Molhuijsen, Josette Vos en de directeur van het Nationaal Archief, die verantwoordelijk was voor de totale lay-out Max Scriwanek, kunnen we bladeren en lezen in 325 pagina’s rijk gevuld met een keuze uit eerder gepubliceerde artikelen uit het kwartaalblad “De Archiefvriend”.

Deze uitgave was alleen mogelijk met de financiële hulp van onze sponsoren, namelijk het Prins Bernard Cultuur Fonds, de Mongui Maduro Library, Maduro & Curiel’s Bank N.V., Stichting Curaçao Style, de Radboud Universiteit Nijmegen en HumanAbility. Bovendien hebben de schrijvers van de originele artikelen deze belangeloos ter beschikking gesteld.

Nadat de directeur van het Nationaal Archief, Max Scriwanek het openingswoord voor zijn rekening had genomen, lichtte Helma Maduro-Molhuijsen toe, hoe De Vrienden en het kwartaalblad De Archiefvriend zich in 25 jaren hadden ontwikkeld. Daarna ging Michel Drenthe kort in op hoe zijn familie aan geheimhouding was verplicht in samenhang met een geplande tentoonstelling in Amsterdam. Die ging in verband met de pandemie niet door, zodat wij nu met onze cover de primeur hebben van de wetenschap dat een oom van Michel op de omslag van ons boek staat. Het originele schilderij* hangt in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Daarna werden exemplaren van “Op het terras” aan de aanwezige vertegenwoordigers van de sponsoren en de aanwezige auteurs overhandigd. Verheugend was het feit, dat familieleden van de overleden Vriend Pieter Swakhoven hierbij aanwezig konden zijn. Na afloop genoot iedereen, op gepaste afstand, van een hapje en een drankje.

Het boek is te koop in het Nationaal Archief en ook in de lokale boekhandels, Gallery Alma Blou, Landhuis Bloemhof en het Curacao Maritime Museum.

 

* Op het terras is een schilderij van Nola Hatterman uit 1930.


 

Beeldende kunst in het Nationaal Archief

door Christel Monsanto


In de reeks activiteiten die gedurende dit jaar – in verband met de viering van het 50 jarig bestaan van het Nationale Archief – al aan bod waren gekomen, hoort ook de tentoonstelling “Verbeeld Verleden” die op 8 november 2019 geopend werd. Deze keer was de grote zaal van het groene gebouw dat bekend staat als de “bruidstaart” niet gevuld met historische akten uit de meterslange archiefkasten of met prachtige oude foto’s die in immense hoeveelheden in dozen opgeborgen liggen – nee, deze keer was er hedendaagse kunst te zien. Zoals het thema laat vermoeden, draait de tentoonstelling om de interpretatie van bepaalde momenten uit de Curaçaose geschiedenis, zoals het thema door de directeur Max Scriwanek nagestreefd en door de curator Caspar Martens (foto) verwezenlijkt werd. Tijdens de druk bezochte opening introduceerde galeriehoudster Lusette Verboom de deelnemers en de gedenkwaardige gebeurtenissen uit de geschiedenis.

2019 VerbeeldVerleden (1)Omdat voor onze stichting gedurende de voorgaande maanden in verband met de grote hoeveelheid activiteiten rond het gouden jubileum niet veel mogelijkheden voor eigen inbreng was, namen de Vrienden nu het initiatief om onze leden als speciale “treat” op woensdagavond 20 november jongstleden een rondleiding door de curator Caspar Martens aan te bieden. En dat was een gouden greep voor ons allen, we hebben immens genoten. Caspar nam alle tijd om uit te leggen hoe hij samen met Josee Thissen van Kas di Kultura tot de keuze van acht lokale figuratief werkende kunstenaars was gekomen. Hun werk werd gekoppeld aan dat van studenten van de kunstopleiding “Instituto Buena Bista” (IBB) van Tirzo Martha en David Bade. Met in gedachten de oude schoolplaten die vroeger in de schoollokalen ter illustratie van de geschiedenisles gebruikt werden en een tentoonstelling over Tula een paar jaar geleden, ging Caspar aan de slag om steeds koppels van kunstenaar en student één van de historische gegevens uit te laten beelden. De enige restrictie die hij oplegde was dat de werken door de dubbele voordeur moesten passen en de gevestigde kunstenaars moesten herkenbaar, dus figuratief, schilderen.

De werken

“Indianen op Curaçao” werd geschilderd door Annemieke Dicke en vastgelegd in een animatie-video door Nicole Naranjo Silva. “Ontdekking door de Europeanen 1499” door Fifi Rademaker en Aïsha Granviel; Tula’s vrijheidsstrijd was het onderwerp voor André Nagtegaal en Mahanaïm Espinosa Garcia. “1914 – komst van de olie industrie” inspireerden Ashley Mauricia en Julius Rademaker; “1929 – de aanval door Urbina” werd uitgevoerd Rubini “Didi” Dometilie en Guenn Ramon Gustina. De periode van de “tweede wereldoorlog” was het thema voor Richard Doest en Germain Cathalina, de “opstand van 30 mei 1969” resulteerde in een portret van Amador Nita door Avantia Damberg en een video door Ragnar Prinsen. Carlos Blaaker gaf te kennen dat hij alle onderwerpen samen had verwerkt in zijn Kallikak familie en daarom was er geen tegenpool door een student. Ik zou iedereen die een bezoek aan de tentoonstelling wil gaan brengen aanraden om voordien alles te lezen op internet over “Kallikak” – uitermate interessant.

Voor mij zijn de highlights in deze tentoonstelling de houtsneden met de gekko’s van Aïsha Granviel, de video van Ragnar Prinsen over 30 mei “Nada no a Kambia” en het schilderij “Prosperidat Engañaso” met de raffinaderij van Ashley Mauricia in zijn bekende surrealistische stijl. Ik wil graag iedereen uitnodigen om zelf een kijkje te nemen tijdens de openingstijden van het Nationale Archief, waar “Verbeeld Verleden” nog tot februari 2020 te zien is. Bini un bini tur!

Germain Cathalina - "Not the Boat"

overizicht van de tentoonstelling

Rubini "Didi" Dometilie - Bishita Djafó


 

Beschaving, bekering en bevoogding

Door Wim Kamps.

     Op 17 september 2019 verzorgde Ronald Donk een lezing over het onderwijs op Aruba, Bonaire en Curaçao tussen 1816 en 1916. De presentatie was gebaseerd op het boek dat hij dit jaar heeft gepubliceerd: "Beschaving, bekering en bevoogding". Voor het schrijven van dit boek heeft hij een groot aantal bronnen uit diverse archieven geraadpleegd die nog niet eerder in een publicatie waren verwerkt. Hij was daarbij met name op zoek naar de gedachten en handelingen van bestuurders, geestelijken en onderwijsmensen uit deze periode. Het onderzoek heeft veel nieuw cijfermateriaal opgeleverd en ook nieuwe kennis over landskinderen die werkzaam waren als leerkracht in dit tijdvak. Het richtte zich met name op achtergestelde groepen zoals armen, kleurlingen en meisjes, en de kansen die het onderwijs hun bood op sociale stijging. Een aantal keren stelt de heer Donk in zijn boek de visies van andere historici ter discussie om zo te komen tot meer helderheid.

2019 lezing Donk 2


"Beschaving, bekering en bevoogding" is een omvangrijk boek (zo'n 260 pagina's) en de heer Donk had ervoor gekozen om tijdens de lezing niet het hele boek in vogelvlucht te bespreken, maar om een paar saillante punten meer uit te diepen. Hij deed dat aan de hand van een vijftal stellingen, die hieronder kort worden besproken.


Stelling 1: Op de openbare scholen zaten in de jaren tussen 1820 en 1863 kinderen van welvarende blanke ouders.
Aan de hand van cijfermateriaal werd aangetoond dat in deze periode een behoorlijk percentage van de leerlingen op de landscholen schoolgeld betaalde en dus vermogende ouders had. Het beeld dat kinderen van vermogende ouders naar particuliere scholen gingen en dat de leerlingpopulatie van de landscholen uitsluitend uit kinderen van arme ouders bestond, is dus niet juist.


Stelling 2: De koloniale overheid was de grondlegger van het volksonderwijs. Of was het bisschop Niewindt, pastoor Putman of mère Joseph?
Deze vraag leidde, met name na afloop van de lezing, tot een discussie. De heer Donk brak een lans voor mère Joseph, als moeder overste van de zusters van Roosendaal, maar sommige toehoorders waren er toch van overtuigd dat pastoor Putman de voornaamste rol heeft gespeeld. De heer Donk toonde weliswaar veel waardering voor Putman maar wees deze opvatting af.


Stelling 3: Het onderwijs aan de onvrije kinderen was van 1857 tot 1863 alleen op Bonaire enigszins succesvol.
Op Curaçao waren de plantages te ver afgelegen en verspreid en er waren ook geen onderwijzers beschikbaar om dit onderwijs te geven. Op Bonaire woonden de slaven echter bij elkaar en dat maakte het mogelijk voor de zusters om met lessen aan de slavenkinderen te beginnen.


Stelling 4a: De betekenis van de verordening van 1884 op openbare scholen was dat "meer uitgebreid onderwijs" mogelijk werd voor jongens en meisjes. Sommige meisjes maakten daardoor meer kans op maatschappelijk succes.
De meisjes mochten na 1890 ook de opleiding tot onderwijzeres volgen. De verordening van 1884 was dus positief voor meisjes. Omdat zij ook toelaatbaar waren tot het "meer uitgebreid onderwijs", ontstonden er voor hun meer kansen op sociale stijging.  


Stelling 4b: De scholen onder het beheer van de zusters en fraters werden door deze verordening [uit 1884] gedwongen "meer uitgebreid onderwijs" te verzorgen.
Hierbij speelden concurrentieoverwegingen een rol: als de zusters en fraters geen "meer uitgebreid onderwijs" zouden aanbieden, zouden ze de concurrentieslag met de openbare scholen verliezen. Hoewel de verordening op zich dus niet gold voor de scholen van de zusters en de fraters, had hij daar wel invloed op.


Stelling 5: De invloed van de Zusters van Roosendaal op de ontwikkeling van het onderwijs op de eilanden was in de 19e eeuw belangrijker dan die van de Fraters van Tilburg.
De zusters hadden al voor de komst van de fraters in 1886 veel scholen zowel in de stad als in de buitendistricten opgericht. De fraters mochten van hun overste niet buiten de stad werken en daardoor werd hun invloed beperkt.


De heer Donk eindigde zijn lezing met een slotvraag waarom er in de besproken periode (1816 tot 1916) zo weinig kritiek is geweest op de het 'koloniale' onderwijs van het bestuur en missie. Het antwoord is volgens hem gelegen in het feit dat men over het algemeen redelijk content was met het onderwijs, vooral omdat het bepaalde groepen kansen bood om te stijgen op de maatschappelijke ladder.
Na afloop van de lezing volgde een levendige vragenronde en discussie met het publiek. Daarna konden de vrienden het boek voor een vriendenprijs kopen. Een zeer interessante lezing en een geslaagde avond!


 

Vreemdelingenrecht van Curaçao

2019 Rogier a

  2019 Rogier bAangespoord door een artikel in de Napa had het bestuur professor mr. dr. Lodewijk Rogier gevraagd voor een lezing. Het artikel was verschenen naar aanleiding van het boek Het vreemdelingenrecht van Curaçao dat professor Rogier in 2018 samen met mevrouw mr. Myra Biegelaar, directeur van Dos Mundos, had gepubliceerd. De inhoud sloot goed aan bij onze vorige lezing door Vriend Charles do Rego over de verschillende groepen immigranten tijdens de hoogdagen van de Shell.

Professor Rogier begon met kort zijn eigen achtergrond toe te lichten. Nadat hij oorspronkelijk door zijn vroegere alma mater, de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar hij als hoogleraar in 2014 met Emeritaat ging, in de periode tussen 1996 – 1999 al eens uitgeleend was aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen, is hij vanaf 2005 tot heden hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de University of Curaçao.

Het vreemdelingenrecht kan verdeeld worden in nationale (Curaçaose) en landelijke (Koninkrijk) wetgeving, terwijl er tevens ook internationale verdragen bestaan, die zelfs boven de nationale en landelijke wetten nageleefd moeten worden.
Als voorbeeld voor Curaçaose wetgeving noemde hij onder andere de Landsverordening Toelating en Uitzetting uit 1962 en wees daarbij op de verschillen met Nederland. Ook werd duidelijk dat de minister van Justitie van Curaçao het recht heeft om voor speciale gevallen afwijkende beslissingen te nemen. Op koninkrijksniveau moet men denken aan bijvoorbeeld afspraken met andere landen waar visa verplicht zijn. Ook deze regels zijn op Curaçao, Sint Maarten en Aruba van toepassing. Wat de internationale verdragen betreft, noemde professor Rogier onder andere het Verdrag van de rechten van de mens dat door de EU-landen is ondertekend en eveneens op Curaçao te handhaven.

De aanwezigen toonden volop belangstelling en dat bleek ook uit diverse vragen die tijdens en na afloop van de lezing aan spreker gesteld werden. De zeer interessante bijeenkomst werd afgesloten met een gezellig samenzijn op het sfeervolle bordes van het Nationale Archief.


Van Immigranten naar Volwaardige Staatsburgers

 

Op dinsdag 9 oktober 2018 hield onze Vriend Charles do Rego in het auditorium van het Archief een lezing met de titel Van Immigranten naar Volwaardige Staatsburgers, het proces van adaptatie en integratie.

DoRegoDo Rego, opgeleid als sociaal geograaf, is vooral bekend uit zijn periode als hoofd van het Bureau Bevolking en zijn werkzaamheden voor het Hoofdstembureau. We kennen zijn publicaties over Tula (1) en - in samenwerking met Eddy Baetens - over landhuis Groot Santa Martha (2). Sindsdien heeft hij zich verdiept in vraagstukken van migratie en integratie (3).

Tijdens de lezing koos hij drie specifieke periodes tijdens de aanwerving van arbeiders en stafleden voor de raffinaderij op Curaçao. Van het prille begin in 1917 tot 1935, daarna van 1936 tot 1960 met als kern de oorlogsjaren en tenslotte de jaren na 1960, waarbij 2e of zelfs 3e generaties immigranten al een thuis op Curaçao hadden gevonden. Heel geleidelijk maakte do Rego de toehoorders vertrouwd met de beweegredenen van groepen arbeiders om hun thuisland te verlaten en op Curaçao werk aan te nemen. Ook lichtte hij diverse begrippen toe die in samenhang met immigratie een rol spelen zoals bij voorbeeld “push factoren”, die te maken hebben met de situatie in het land van herkomst en “pull factoren” die juist het nieuwe woongebied aantrekkelijk kunnen maken. Welke problemen wachtten de nieuwkomers op Curaçao? Welke voordelige omstandigheden zorgden ervoor dat men zich juist blijvend vestigde of wat waren de redenen voor sommigen om van hier naar elders te vertrekken of terug te keren naar hun thuisland? Hierbij speelden niet alleen economische maar ook culturele, staatkundige of persoonlijke redenen een rol.

Het vele statistische materiaal, grafieken met aantallen per bevolkingsgroep en de herkomstlanden van de werknemers maakte de informatie heel toegankelijk en duidelijk. Tegelijkertijd legde do Rego de nadruk op drie verschillende groepen landverhuizers:
⦁ West-Indiërs, voornamelijk Engelstalig, dus ook inwoners van Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba plus sommige Franstaligen
⦁ Portugezen, waarbij in de loop van de avond duidelijk werd dat het hierbij voornamelijk om inwoners van Madeira ging en in veel mindere mate om arbeiders afkomstig van andere eilanden of het vaste land van Portugal en
⦁ Surinamers.

De nieuwkomers van de vroegere immigratiegolven zijn opgegaan in de lokale bevolking maar intussen dienen zich andere groepen nieuwkomers aan. Terwijl altijd al een niet te verwaarlozen aantal Venezolaanse buren hier wel of niet legaal neerstreek, valt op dat tegenwoordig (2017) de grootste groepen vreemdelingen afkomstig zijn uit de Dominicaanse Republiek, Haïti en Colombia.

Na afloop was er weer gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op het bordes.

-----

(1) Charles do Rego, Lionel J. Janga - Slavery and Resistance in Curaçao: The Rebellion of 1795 (2009)
(2) Eddy H. Batens, Charles P. do Rego - Santa Martha Grandi: Het Verhaal Van Een Plantage (2009)
(3) Charles P. do Rego - The Portuguese Immigrant in Curaçao: Immigration, Participation and Integration in the 20th Century (2012)

 


Scherven en hun verhaal

Op 4 september organiseerde het Bestuur van de Stichting Vrienden van het Nationaal Archief in het auditorium een lezing met powerpoint presentatie door onze Vriend de heer Rien te Hennepe met als titel:
“Scherven brengen …….. een verhaal”.

Al sinds vele jaren doet Rien onderzoek naar de herkomst van gevonden glas en andere zaken in ‘de mondi’ van Curaçao; reeds eerder heeft hij voor de Archiefvriend artikelen geschreven over gevonden munten (juni 2012) en over gevonden pijpenkoppen (september 2013). Tevens schreef hij een artikel over Dolf Henkes (maart 2015), gevolgd door een zeer mooie presentatie in het auditorium (april 2015).

De lezing was een vervolg op zijn artikel "Glashelder…. verhaal" uit de laatste Archiefvriend (editie juni 2018). Met beeldmateriaal toonde hij aan wat het verhaal achter een fles of stuk glas kan zijn, maar ook dat tijdens zo'n zoektocht soms totaal andere zaken naar voren komen. Tussen de foto's door vertoonde hij filmpjes over het onderwerp. Het publiek kreeg vaak een gevoel van herkenning, zoals bij beelden van oude Coca Cola flesjes of die van Alcolado Glacial. 2018 glasvondsten

Aan de hand van een gevonden stuk glas kan door de vorm, de kleur en een eventuele tekst de herkomst en de ouderdom van de fles worden bepaald. Door de harde bodem van Curaçao is de vondst van een complete fles zeldzaam. Elders in de wereld worden in zachtere bodems vaker complete flessen gevonden en er zijn verschillende musea die deze tentoonstellen. Ook via het internet is er veel te vinden, onder andere door te kijken in oude Curacaose kranten.
Rien ging tijdens de lezing dieper in op de verschillende soorten flessen en op de verzamelaars daarvan. Vooral de Amerikaanse markt is erg groot en soms wordt er veel geld voor een fles betaald.

Na afloop was er gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op het bordes.

    Foto: bodems van 18e eeuwse uienflessen


 

Snippers en schatten

Op 31 mei hield Dr. Margo Groenewoud in het auditoirium van het Nationaal Archief een lezing met als titel

‘Van snipper tot schat: een archiefreis door de sociale geschiedenis van Curaçao in de twintigste eeuw' Dr.Groenewoud

In de lezing stond de reis die een historicus maakt van vraagstelling tot publicatie centraal. Aan de hand van haar eigen onderzoek illustreerde Groenewoud hoe een 'kleine' archiefvondst betekenis krijgt tijdens kritisch-analytisch historisch onderzoek. Zij liet zien hoe soms letterlijk een snipper of een kleine aantekening in de kantlijn een schat aan informatie losmaakt. Ook vertelde zij welke 'schatten' in het Nationaal Archief zij zelf heeft gebruikt, en voor welke informatie zij op zoek moest naar andere bronnen en collecties op Curaçao en in het buitenland.

Na afloop was er gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op de patio.

Onverdeeld gebleven boedels

Op dinsdag 27 maart 2018 hield prof. mr. Jan de Boer, lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en lid van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten een lezing in de grote bovenzaal van het Nationaal Archief met de titel “Afwikkeling van langdurig onverdeeld gebleven boedels”. De organisatie was in handen van het Nationaal Archief, maar de Stichting Vrienden van het Nationaal Archief hielp een handje mee.


Rechttoehoorders De Boerer Jan de Boer had nog in januari van dit jaar vonnis gewezen in een langdurige zaak in verband met de onverdeelde boedel van Rancho. Een groot publiek was op zijn lezing afgekomen en ook de pers was in prominente aantallen aanwezig. Onder de toehoorders waren niet alleen bewoners van Rancho maar ook gebruikers van andere onverdeelde terreinen waarvan de zaken nog bij de rechtbank in behandeling zijn. De toehoorders ontvingen een wettekst over “langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen bestaande uit een onroerende zaak” uit boek 3 burgerlijk wetboek. De Boer herinnerde eraan dat de wetgever in 2007 een regeling in het leven heeft geroepen die het mogelijk moet maken deze boedels tot een oplossing te brengen. Hij beklemtoonde dat in geval van Rancho waar het Land de onverdeelde boedel in eigendom toegekend gekregen heeft, de overheid dan grote onkosten moet maken i.v.m. verkavelingen, nutsvoorzieningen en aanleg of uitbreiding van de infrastructuur.

De BoerNa de lezing was het mogelijk schriftelijk vragen aan de spreker te stellen. Hoewel de toehoorders het niet met alle uitspraken van De Boer eens waren, wat soms door het aanzwellen van het geluidsniveau in de zaal merkbaar was, bleven velen na afloop onder het genot van een drankje nog napraten.

 

 

 

 

de vrienden bedankten de spreker met een goatchi


 

Kunst en kunstnijverheid op Curaçao in de 19e eeuw

 Onder deze titel gaf ons bestuurslid Christel Monsanto op 19 februari een powerpoint presentatie in het auditorium van het Nationaal Archief.

2018 Christel

Al sinds vele jaren doet Christel onderzoek in de notariële aktes in het Nationale Archief. Testamenten, inventarissen of schenkingen geven inzicht in het bezit van de bevolking. Daarnaast doorzocht zij ook de Curaçaosche Courant op relevante informatie wat betreft tentoonstellingen, (reizende) kunstenaars en fotografen.

Op Curaçao is voor zover bekend niet veel bewaard gebleven. Er zijn wel schilderijcollecties in het paleis van de Gouverneur en het bisschoppelijk paleis, bovendien herinnerde John de Pool zich in zijn boek “Curaçao que se va” aan schilderijen die hij in zijn jeugd in de huizen van familie of vrienden had gezien. Mensen reisden veel van en naar het buitenland en zo kon er een breuk in de link met familieleden ontstaan. Christel vond beschrijvingen van schilders als Muller, Cornelis Gorsira, Mellink, de Duitse miniatuurschilder Piani en van J.R. Post Brands, die in 1849 van Curaçao vertrok en waarvan onduidelijk is waar zijn werk bleef. Van Emile Piani is overigens wel een inventarislijst en een veilinglijst bewaard gebleven.

Bij de kunstnijverheid zocht Christel niet alleen naar zilveren en gouden voorwerpen, maar ook naar sierglas, boeken, muziekinstrumenten, horloges, klokken, wandelstokken, religieuze voorwerpen, meubels met en zonder zilveren beslag en bijzondere kleding. Opmerkelijk zijn ook de architectonische versieringen als het medaillon in het ventilatiegat van de timpaan en de grafversieringen die per kerkhof verschillend zijn.

Het ging bij deze lezing niet zozeer om het specifieke bezit van bepaalde families, maar eerder om een globaal overzicht wat er vroeger allemaal aan meubels, schilderijen, tafelzilver, gouden sieraden of andere decoratieve voorwerpen in de huizen van de bewoners werd aangetroffen. Uiteindelijk moet het onderzoek zijn neerslag vinden in een database, waarbij het bezit van de bevolking gedurende de gehele 19e eeuw in kaart gebracht zal worden.

Na afloop was er weer gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op het bordes.


 

De oliedorpen van Curacao

De eerste activiteit van het jaar, door het Bestuur georganiseerd, was een busrit door de "Oliedorpen".

Naar aanleiding van de tentoonstelling “100 jaar olieraffinaderij op Curaçao” bij NAAM vond het Bestuur het relevant om de leden kennis te laten maken met de diverse woonwijken voor de employees en de arbeiders van de voormalige C.P.I.M. en Shell Raffinaderij.

2018 oliedorpen

Tijdens de busrit werden Negropont (deze eerste woonwijk is kompleet afgebroken, alleen de voormalige directeurswoning staat er nog), Emmastad, Groot Kwartier, Suffisant en Juliandorp bezocht. Christel Monsanto gaf uitleg over het ontstaan, de bouwstijlen en de infrastructuur van deze woongebieden. Zij werd bijgestaan door Caspar Martens (medewerker Nationaal Archief), die het gedeelte over Julianadorp voor zijn rekening nam. Hoewel door privatisering, verbouwingen, sloop of nieuwbouw, zowel als uitbreidingen en aanpassingen aan de moderne tijd veranderingen soms pijnlijk zichtbaar zijn, is de oorspronkelijke hiërarchische opzet nog goed herkenbaar.
Onze dank gaat uit naar J. (Debby) Salsbach van Isla en Geerdine Kuijpers van Art en Nature Inn voor hun gastvrijheid en hulp.

Genereux de Lima

2017 nov Cabana

Op 16 november 2017 vond er in het auditorium van het Nationaal Archief een lezing, georganiseerd door het Bestuur van de Vrienden van het Archief, plaats door de Vriend de heer Hubert Cabaña, getiteld

“Genereux de Lima, Vrijmetselarij en conflict met Mgr. Niewindt”.

De heer Cabaña is al vele jaren een trouwe deelnemer aan onze activiteiten en een regelmatige bezoeker van het Archief. Dit laatste in verband met de onderzoeken die hij doet naar de zaken waar zijn belangstelling naar uit gaat. Dat is o.a. de persoon Genereux de Lima.
De lezing ging voornamelijk over Genereux de Lima en zijn conflict met Mgr. Niewindt en de bemoeienis van de Lima met de Vrijmetselarij.