panorama

Vreemdelingenrecht van Curaçao

2019 Rogier a

  2019 Rogier bAangespoord door een artikel in de Napa had het bestuur professor mr. dr. Lodewijk Rogier gevraagd voor een lezing. Het artikel was verschenen naar aanleiding van het boek Het vreemdelingenrecht van Curaçao dat professor Rogier in 2018 samen met mevrouw mr. Myra Biegelaar, directeur van Dos Mundos, had gepubliceerd. De inhoud sloot goed aan bij onze vorige lezing door Vriend Charles do Rego over de verschillende groepen immigranten tijdens de hoogdagen van de Shell.

Professor Rogier begon met kort zijn eigen achtergrond toe te lichten. Nadat hij oorspronkelijk door zijn vroegere alma mater, de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar hij als hoogleraar in 2014 met Emeritaat ging, in de periode tussen 1996 – 1999 al eens uitgeleend was aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen, is hij vanaf 2005 tot heden hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de University of Curaçao.

Het vreemdelingenrecht kan verdeeld worden in nationale (Curaçaose) en landelijke (Koninkrijk) wetgeving, terwijl er tevens ook internationale verdragen bestaan, die zelfs boven de nationale en landelijke wetten nageleefd moeten worden.
Als voorbeeld voor Curaçaose wetgeving noemde hij onder andere de Landsverordening Toelating en Uitzetting uit 1962 en wees daarbij op de verschillen met Nederland. Ook werd duidelijk dat de minister van Justitie van Curaçao het recht heeft om voor speciale gevallen afwijkende beslissingen te nemen. Op koninkrijksniveau moet men denken aan bijvoorbeeld afspraken met andere landen waar visa verplicht zijn. Ook deze regels zijn op Curaçao, Sint Maarten en Aruba van toepassing. Wat de internationale verdragen betreft, noemde professor Rogier onder andere het Verdrag van de rechten van de mens dat door de EU-landen is ondertekend en eveneens op Curaçao te handhaven.

De aanwezigen toonden volop belangstelling en dat bleek ook uit diverse vragen die tijdens en na afloop van de lezing aan spreker gesteld werden. De zeer interessante bijeenkomst werd afgesloten met een gezellig samenzijn op het sfeervolle bordes van het Nationale Archief.