panorama

Fotocollectie begraafplaatsen Curaçao

door Chistel Monsanto

In 2022 schreef ik een artikel over de begraafplaatsen van Curaçao voor Gen.magazine, het tijdschrift van het CBG Centrum voor familiegeschiedenis in Den Haag, dat vier keer per jaar verschijnt. Citaten uit dat artikel werden hier gebruikt als inleiding voor de fotocollectie op de website van De Archiefvriend met graven van de verschillende kerkhoven op Curaçao.
Tot nu toe zijn foto's beschikbaar van:
- Maçonnieke begraafplaats, Otrobanda, foto’s uit 2009
- Westpunt, foto’s uit 2010
- Barber, foto’s uit 2010
- Berg Altena / Seru di Pietermaai, foto's uit 2015
- Soto, foto's uit 2015
- Jan Doret, foto's uit 2012

Voor alle foto’s geldt: copyright © Christel Monsanto

De begraafplaatsen op Curaçao heten in het Papiamento ‘santana’, naar het oudste kerkhof van de eveneens oudste katholieke kerk Santa Ana aan de Roodeweg in de wijk Otrobanda. Al vele jaren doe ik onderzoek naar de plaatselijke families van Curaçao. Op Curaçao bestaan – net als op de buureilanden Aruba en Bonaire – van oudsher vele gebruiken die rond de levenscyclus van de mens een belangrijke rol spelen. In het verleden ben ik daarop kort ingegaan in mijn handleiding Roots Karibense uit de reeks ‘Voorouders van Verre’.
De beste tijd voor het bezoek aan een begraafplaats is in de maanden oktober of november, omdat dan

de meeste begraafplaatsen in de aanloop naar Allerzielen, 2 november, zijn schoongemaakt. Onkruid en bijen- of wespennesten worden dan verwijderd zodat familieleden gemakkelijk en veilig ornamenten, lantaarns of boeketten kunnen plaatsen.

Begraafplaatsen en funeraire architectuur

Tot 1818 was het de bewoners van Curaçao toegestaan om op privéterreinen bij vrijstaande woningen of bij een landhuis te begraven. In dat jaar werden nieuwe regelingen van kracht en was men verplicht op de bestaande denominatieve (katholiek, protestant, joods) begraafplaatsen te begraven. Toch waren ook na 1818 nog steeds uitzonderingen mogelijk. Oude particuliere graven zijn onder andere nog te zien bij de landhuizen Hato, Santa Cruz en Ascencion.
De oudste graven op Curaçao waren cilindergraven. Na de plaatsing van een lichaam in de grond werd een tonvormig gewelf opgemetseld; oorspronkelijk gebruikte men daarvoor klinkers uit Nederland, later lokaal materiaal zoals koraalsteen of diabaas. Aanvankelijk was het nog mogelijk in de aarde te begraven, maar door plaatsgebrek veranderde deze gewoonte en werden zogenaamde kelders gebouwd. De leden van een seter (begrafenisvereniging) spaarden hun hele werkzame leven door iedere betaaldag een klein bedrag aan de vereniging af te dragen om verzekerd te zijn van een behoorlijke begrafenis.
De kruizen op de graven en deksels voor de kelders of nissen – boca, mond in het Papiamento – verschillen per kerkhof. Opeenvolgende architectuurstijlen vonden hun weerslag of neerslag in de funeraire architectuur.

Op dit moment zijn op Curaçao de volgende begraafplaatsen in gebruik: dertien katholieke (Roodeweg, Santa Maria, Barber, Westpunt, Soto, St. Willibrordus, Montanje, Groot Kwartier, Berg Altena, Jandoret, Janwe, Janwe seru Pietermaai en Santa Rosa), twee protestantse, één van de vrijmetselaars, één particuliere van de familie Perret Gentil, een islamitische, twee joodse, een openbare begraafplaats en drie van commerciële begrafenisondernemers. Daarnaast bestaan er een militaire begraafplaats en een openbare begraafplaats met een nationale herdenkingsfunctie.

De joodse inwoners zijn nog steeds gebonden aan een oud ritueel: na het bezoek aan een begraafplaats die als ‘onrein’ wordt ervaren, dient men de handen te wassen. Handen wassen heet in het Papiamento ‘laba man’. Vandaag de dag is ‘laba man’ een totaal eigen leven gaan leiden, want tijdens een traditionele niet-Joodse begrafenis ziet men dat vooral de mannen nabij kerk, funerair instituut of begraafplaats al gauw de toog van een café of restaurant opzoeken. Daar drinkt men in gezelschap van de andere rouwenden een ‘bitter’ – een glaasje jenever, brandewijn, rum of dergelijke. Dit gebruik staat bekend als ‘laba man’.

Slavengraven

Helaas werd op Curaçao nog geen werk gemaakt van archeologisch onderzoek naar de graven van de tot slaaf gemaakten. Ook is er nog geen begin gemaakt met structureel onderzoek naar DNA, herkomst, levensomstandigheden, ziektes, kindersterfte of andere belangrijke vraagstukken.